Homeopathische Provylaxe

Homeopathische profylaxe (HP) is een methode waarbij homeopathisch gepotentiëerde middelen worden gegeven die gemaakt worden van ziekteverwekkers. Het immuunsysteem werkt niet alleen via antistoffen, ook geheugencellen spelen een belangrijke rol in het adequaat reageren op een ziekteverwekker. 

Deze geheugencellen hebben als het ware een databank met informatie over ziekteverwekkers.
Als er een indringer langs komt dan onderzoekt de geheugencel of het deze indringer al eens eerder heeft gezien. Als dat het geval is wordt het lichaam aangezet om op dezelfde effectieve manier als de vorige keer te reageren, bijvoorbeeld met het aanmaken van de passende antistoffen.
HP levert aan de databank van de geheugencel een plaatje, zonder dat de daadwerkelijke ziekteverwekker langs is geweest.
Dit systeem is al 200 jaar oud en heeft in meerdere studies en grootschalige praktijktoepassing bewezen effectief te zijn zonder bijwerkingen. 

Het is een energetische prikkel. Deze vorm van preventie tegen besmettelijke ziektes bestaat uit het geven van homeopathische nosodes. Het is geen “homeopathisch vaccineren” maar homeopathisch immuniseren.

In Australië heeft homeopathisch arts Dr. Isaac Golden zich vanaf 1985 gespecialiseerd in het geven van homeopathische middelen ter preventie van potentieel gevaarlijk (kinder)ziekten.In diverse boeken en publicaties rapporteert hij over zijn onderzoeken en die van anderen, die aantonen dat homeopathische profylaxe, het geven van homeopathische middelen, een net zo hoge effectiviteit heeft als een vaccin.

In 2004 promoveerde hij aan de Medische faculteit van de Swinburne University in Melbourne op zijn onderzoek naar homeopathische profylaxe. Christopher Day, een Engelse dierenarts heeft veel ervaring opgedaan met het gebruik van HP en claimt goede resultaten.Hij heeft verschillende onderzoeken gepubliceerd waaruit blijkt dat deze preventieve manier van voorschrijven daadwerkelijk werkt. 

Deze zijn terug te vinden op zijn site www.alternativevet.org.

 

HP zorgt er dus niet voor dat het dier de ziekte niet kan krijgen. Bijvoorbeeld Leptospirose, een ziekte die door verschillende bacteriën veroorzaakt kan worden.

Een hond die de HP voor Leptospirose heeft gehad en geconfronteerd wordt met een Lepto bacterie maakt snel afweerstoffen hiertegen. Een stuk sneller dan verwacht kan worden van een (niet gevaccineerde) hond die de ziekte niet eerder heeft doorgemaakt.

Dit is een volkomen natuurlijke manier van reageren waarbij in veel gevallen de omgeving niet eens zal merken dat er sprake is geweest van besmetting.

Zou deze hond onderzocht worden op antistoffen tegen Leptospirose dan worden deze aangetroffen; niet als gevolg van de HP maar omdat het lichaam op adequate wijze een Lepto besmetting heeft afgeweerd.

Als u wilt voorkomen dat uw hond Leptospirose krijgt en u kiest er voor uw hond niet te laten vaccineren, dan is bescherming middels HP een overweging waard als een alternatief voor vaccinatie tegen Leptospirose.

Ook andere vaccinaties zoals Kennelhoest, Parvo en Hepatitis kunnen desgewenst door homeopathische profylaxe vervangen worden. Het is echter goed om uzelf altijd af te blijven vragen of de toediening van deze prikkel echt nodig is.

Komt bijvoorbeeld Leptospirose voor in uw omgeving? Behoort uw hond inderdaad tot een potentieel kwetsbare of risicovolle groep en is de kans reëel aanwezig dat hij met deze ziekteverwekkers in aanraking komt?

Is bescherming hiertegen echt nodig?
NB: bij wet is sinds 1 juli 2013 geregeld dat er in publicaties geen homeopathische middelen mogen worden genoemd, noch waar ze voor bedoeld zijn.

Het mag niet meer op de verpakkingen staan die u in de apotheek, drogisterij of gezondheidswinkel ziet en ook op het internet mag op geen enkele wijze meer verband worden gelegd tussen het product en de werking. Vanwege deze regelgeving is het niet mogelijk om middelen en aandoeningen te beschrijven.

Welke hond(en) niet vaccineren?

In de bijsluiters van vaccins staat duidelijk dat alleen gezonde dieren gevaccineerd mogen worden. Maar de vraag is dan: wat is gezond en wat niet? Een dier dat onder narcose is voor sterilisatie? Door vaccinatie zal de afweer tegen bacteriën tijdelijk minder zijn. Een hond met epilepsie?

Onderzoek wijst uit dat honden met epilepsie net na de jaarlijkse entingen vaker toevallen krijgen. Een hond met jeuk? Jeuk kan een allergie zijn en dat is een ontregeling van het immuunsysteem. Een hond met een chronische aandoening, een auto-immuunziekte?

Het gebeurt regelmatig dat een eigenaar op het spreekuur van een dierenarts komt met een hond die diarree of koorts heeft en deze hond toch ook maar gelijk gevaccineerd wordt, want `we zijn er nou toch`. Maar een vaccinatie is een behoorlijk zware, medische ingreep, iets wat veel eigenaren zich niet voldoende realiseren.

Honden die niet (meer) gevaccineerd zouden mogen worden

  • Honden die met ziekteverschijnselen gereageerd hebben op eerdere vaccinaties .
  • Zieke, ongezonde honden met een slechte conditie .
  • Honden met een acute ziekte of herstellend hiervan .
  • Honden met een chronische ziekte zoals suikerziekte, nierfalen, cardiomyopathie, artritis, epilepsie .
  • Honden die medicatie gebruiken, bijvoorbeeld voor de schildklier of prednison.

Vaak is het advies van dierenartsen dat juist deze dieren gevaccineerd moeten worden om het immuunsysteem op te bouwen, maar alleen een gezonde hond zal goed op een vaccinatie reageren door veel antilichamen aan te maken. Een onderliggende chronische ziekte kan juist tot uiting komen na een vaccinatie.

Daarnaast is het advies om alleen te vaccineren tegen ziektes die aan de volgende criteria voldoen: 

  • De ziekte is ernstig en / of levensbedreigend . 
  • Het vaccin tegen de ziekte heeft zijn effectiviteit bewezen en beschermd afdoende tegen de ziekte waartegen het gegeven wordt
  • Het vaccin tegen de ziekte is veilig .
  • Het kent geen nadelige gevolgen of bijwerkingen op korte of lange termijn .
  • Er is een grote kans dat het dier de ziekte op zal lopen.

Een vaccinatie mag nooit gelijktijdig met een behandeling tegen vlooien, teken of wormen gegeven worden.

Deze chemische bestrijdingsmiddelen zijn op zichzelf al een aanslag op het immuunsysteem. Deze middelen in combinatie met het risico op vaccinatieschade geeft grotere kans op complicaties en negatieve reacties van het immuunsysteem.

Als er toch chemische anti parasitaire middelen gebruikt moeten worden, dan dient er minimaal tien dagen te zitten tussen toedienen van deze middelen en de vaccinatie. Het gebruik van probiotica na ontwormen wordt aangeraden om de darmflora weer te versterken met goede darmbacteriën.

Bron: http://www.hondenvaccinatieinfo.nl/